Uw account is nog niet geactiveerd.

terug naar overzicht

Sociaal werk moet in Outbreak Management Team!

Serie: Sociaal werk in de tweede coronagolf, aflevering 6 Interview met Annelies Më¶hlman, Maatschappelijk Welzijn Coevorden
annelies-mohlmann In Gesprek
De toegevoegde waarde van sociaal werk wordt door de overheid steeds meer onderkend. De sector heeft haar waarde in zowel de eerste als in de tweede coronagolf duidelijk aangetoond. ‘Daarom vind ik dat het sociaal werk ook in het Outbreak Management Team vertegenwoordigd zou moeten zijn,’ zegt Annelies Më¶hlmann, directeur-bestuurder van Maatschappelijk Welzijn in Coevorden. Ze maakt zich zorgen om eenzaamheid onder jongeren. ‘Veel jongeren hebben niet genoeg meer aan hun digitale wereld en vereenzamen. Onze jongerenwerkers hebben veel individuele contacten met jongeren, bellen hen, spreken af samen een wandeling te maken zodat jongeren hun verhaal kwijt kunnen.’ De samenwerking met de gemeente is heel goed, zowel op uitvoerings- als op bestuurlijk niveau. Ook de samenwerking met de huisartsen is versterkt. De gemeente zet in op gezondheid in brede zin, wil dit programma doorontwikkelen en daarom hoeft Maatschappelijk Welzijn Coevorden niet te vrezen voor bezuinigingen in 2021.

‘Het zijn rare dagen en weken voor ons allemaal,’ lezen we op de website van Maatschappelijk Welzijn Coevorden. ‘Wij begrijpen en ervaren dat dit veel impact heeft op iedereen. Wij, Maatschappelijk Welzijn Coevorden, willen alle inwoners van de Gemeente Coevorden dan ook zo goed mogelijk ondersteunen waar nodig.’ Het servicepunt is iedere werkdag van 08.30 tot 17.00 uur bereikbaar. ‘Als Inwoners, cliënten en organisaties ons bellen krijgen ze een maatschappelijk werker aan de lijn die ze direct helpt. De maatschappelijk werker biedt een luisterend oor en voorziet direct van informatie en advies of zet de vraag door.’ Voor noodsituaties kan men buiten kantoortijden een crisisnummer bellen.
Maatschappelijk Welzijn Coevorden heeft 36 medewerkers. En hoeveel vrijwilligers? ‘Vrijwilligers zijn niet van ons,’ antwoordt Annelies Më¶hlmann. ‘Bijna iedereen doet iets aan vrijwilligerswerk. Als gastheer of -vrouw in buurthuiskamers of bij Samen Tafelen. Als zorgvrijwilliger. In dorpshuisbesturen, in activiteiten binnen of buiten dorpshuizen. Onze professionals werken elke dag met vrijwilligers. We hebben ook een steunpunt dat en aanbod van vrijwilligers bij elkaar brengt. Geen idee hoeveel mensen dat in totaal zijn, maar elke dag werken wij samen met honderden vrijwilligers.’
Coevorden is een stad in Drenthe. De gemeente omvat deze stad plus 26 omliggende dorpskernen en telt ongeveer 36.000 inwoners.

In de eerste golf toonden sociaal werkers zich creatief, innovatief en flexibel in hun inzet om met name kwetsbare inwoners en jongeren zo goed mogelijk te bedienen ten tijde van corona. Lukt dat nog steeds?
‘Ja, dat lukt nog steeds. Het sociaal werk is aangemerkt als cruciaal beroep. Voor mij betekent dit dat we onze werkprocessen operationeel moeten houden. Corona stimuleert ons om te kijken hoe je het werk anders kunt organiseren. Voor het maatschappelijk werk gaat dat prima. Het vraagt behoorlijk wat van de inzet van de opbouwwerkers. Zij werken allemaal op locatie en met groepen — ook tijdens deze tweede coronagolf – en hebben daardoor meer last van voorzorgsmaatregelen en beperkingen. Alleen medewerkers die een kwetsbaar persoon in hun directe omgeving hebben, werken thuis. De richtlijn is dat opbouwwerkers en jongerenwerkers op locatie of op straat in de wijken werken. Maatschappelijk werkers doen hun werk ook zoveel mogelijk face-to-face. Momenteel hebben we met strengere regels te maken. Helaas hebben we moeten besluiten dat groepsgerichte, fysieke ontmoetingen nu niet door kunnen gaan. Wel kunnen inwoners bij onze accommodaties komen voor een-op-een gesprekken. Het opbouwwerk probeert zoveel mogelijk zichtbaar te blijven in de buurten door huisbezoeken en contacten op straat.’

Werken al jullie professionals face-to-face?
‘Ja zeker! Ze hebben immers een vitaal beroep en moeten hun werk dus zo goed mogelijk doen. Jongerenwerkers gaan altijd de straat op. Ook nu! Ze bieden groepsgewijze activiteiten en ontspanning aan. Dat hebben jongeren hard nodig op dit moment. De maatschappelijk werkers kunnen beeldbellen als het niet anders kan, maar doen dat niet structureel, want dan missen ze belangrijke info. Dus in principe spreken zij met inwoners in accommodaties af of ze gaan op huisbezoek. Tijdens de eerste golf hebben we inwoners goed geholpen en in deze tweede golf lukt dat zeker opnieuw. Tegelijkertijd zie ik ook dat het moeilijker wordt.’

Waarom?
‘Omdat de hele coronaperiode zo lang duurt. We moeten stappen vooruit zetten. De basis van ons werk is dat je er in elke wijk samen met inwoners aan bijdraagt dat zij daar een prettig leven kunnen leiden. Dan is gezondheid een groot onderwerp. Maar we zien dat het welzijn ook belangrijker wordt. Voor iedereen geldt: Je kunt niet alles doen wat je voor ogen had. Wat je zou willen. Voor alle sociaal werkers geldt dat het steeds relevanter wordt aan inwoners te vragen: Wat doet deze tijd met jou? Wat kom je tegen? Wat heb je nodig? Wie kan jou helpen? Kun jij anderen helpen? Dat kan in heel verschillende contexten. Bij maatschappelijk werkers in een-op-een gesprekken. En bij opbouwwerkers meer tijdens groepsactiviteiten. De ene opbouwwerker is bezig om samen met een groep inwoners een toneelvereniging in de benen te krijgen. De ander wil met een groep vrijwilligers een dorpshuis opknappen. Weer een ander zet met inwoners nieuwe activiteiten rond sport en spel op. Het is allemaal heel divers. De toegevoegde waarde van sociaal werk wordt steeds belangrijker in deze tijden van corona. Het woord welzijn wordt dagelijks door de overheid genoemd. Daarom vindt ik dat het sociaal werk ook in het Outbreak Management Team vertegenwoordigd zou moeten zijn.’

Geef eens een concreet voorbeeld van het belang van welzijn?
‘Een mooi voorbeeld is “Buurtsoepie”: kinderen van de brede school hebben op de kookclub soep gekookt. Heel veel gezonde soep. Ze hebben daarvoor ook de boodschappen gedaan en vervolgens samen soep gekookt. Ieder met een eigen taak: recept opzoeken, snijden , roeren et cetera. Samen met opbouwerkers van MWC hebben zij de soep op verschillende plekken in wijken en dorpen uitgedeeld. Zo was er tijd voor de kinderen om gesprekken met inwoners te voeren, hoorden ze hoe het in de samenleving ging in dat gebied. En inwoners kregen gezonde soep, gemaakt door kinderen. Win, win, win.’

Zo’n beetje al je sociaal werkers werken op locatie. Heb je regelmatig contact met hen?
‘Inderdaad, we zien elkaar fysiek op de werkvoer. Ik heb met alle medewerkers contact. Ik ben bij alle vergaderingen van gebiedsteams. Dat kan makkelijk met anderhalve meter afstand en mondkapjes.’

Waar loop je tegenaan?
‘Als de pandemie erg lang duurt, ben ik bang dat het opbouwwerk opdroogt. Opbouwwerkers kunnen nu niet alles doen wat ze gewoonlijk doen. Zij gaan nu een op een in gesprek met mensen in de wijken en de dorpen en dat is natuurlijk belangrijk. Veel volwassenen en ouderen worden moedelozer, nu die coronatijd zo lang duurt. Ik maak me vooral zorgen om jongeren. Om eenzaamheid onder jongeren. Bij eenzaamheid denken we vaak aan ouderen, maar het speelt wel degelijk ook onder jongeren. Populaire jongeren zoeken elkaar wel op, die komen voor zichzelf op. Maar er zijn er ook die niet genoeg meer hebben aan hun digitale wereld en vereenzamen. Jongerenwerkers hebben veel individuele contacten met jongeren, bellen hen, spreken af samen een wandeling te maken zodat jongeren hun verhaal kwijt kunnen. Ze bieden een luisterend oor, geven adviezen. Stimuleren hen mee te doen aan sportactiviteiten. Helpen bij schoolgerelateerde problemen. De jongerenwerkers maken ook filmpjes die ze onder jongeren verspreiden. Laatst gingen ze met een kar op pad, door ieder dorp om met jongeren een balletje te trappen. Hun werk is op straat zichtbaar. Ik ben harstikke trots op de jongerenwerkers.’

Jullie zitten ook in sociaal wijkteams. Is jullie positie daarin veranderd gedurende de pandemie?
‘Wij hebben drie sociaal teams, maar in Coevorden hebben die meer de vorm van netwerksamenwerking. Op die manier wilde de gemeente voorkomen dat er te veel tijd opging aan vergaderen. In feite zijn de gemeente en Maatschappelijk Welzijn de toegang met daaromheen een ring van samenwerkings-partners. Het is hier niet groot, je kent iedereen en iedereen kent jou. We hebben dagelijks afstemming en samenwerking. Tijdens de pandemie gingen huisartsen steeds meer de toegevoegde waarde van het sociaal werk zien. De samenwerking met de huisartsen verstevigt zich steeds meer. Als er meldingen of signalen komen dat het ergens niet goed gaat, dan gaat daar eerst een opbouwwerker op af met als missie: niet problematiseren, maar normaliseren. De opbouwwerker gaat in gesprek, kijkt wat nodig is. Of er een maatschappelijk werker of een vrijwilliger kan helpen. Wat inwoners zelf kunnen. Soms komt de opbouwwerker al een heel eind als hij regelt dat de inwoner regelmatig met iemand gaat wandelen.’

Jullie relatie met de gemeente is goed en jullie werken intensief samen. Betekent dit dat jullie in 2021 geen last van bezuinigingen krijgen?
‘De relatie is inderdaad heel goed, zowel op uitvoerings- als op bestuurlijk niveau. In 2021 bezuinigt de gemeente niet op ons werk. De gemeente zet in op gezondheid in brede zin, op zowel fysieke als mentale gezondheid. De wethouder wil dit programma na de verkiezingen verder doorontwikkelen en ziet de preventieve waarde van sociaal werk.’

De voordelen van Verdiwel

Waarom lid worden

  • Kennis
  • Ervaring
  • Intervisie
  • Expertise
  • Versterking van de kwaliteit van besturen in het sociaal werk
Meer informatie