Uw account is nog niet geactiveerd.

terug naar overzicht

Sociaal Werk in Gemeenteraadsverkiezingen

Verslag Verdiwel Najaarsworkshop 16 september 2021 in De Observant in Amersfoort
groep2 Verslag
Het sociaal maatschappelijk domein vormt als ‘zachte portefeuille’ inmiddels de grootste post van de gemeentelijke begrotingen. Dat leidt in gemeenteraden en colleges van B&W regelmatig tot lastige discussies en scheve ogen.

Voorzitter Sofie Vriends verwelkomt de gasten die kennis komen maken met Verdiwel en enkele nieuwe leden en wenst alle deelnemers een inspirerende Najaarsworkshop toe. Zij geeft het woord aan Crista Vonkeman, die eveneens voorzitter van Verdiwel was en nu adviseur is bij Bosman & Vos.

Inleiding “Creatief moraliseren voor sociale rechtvaardigheid” door Crista Vonkeman

Het sociaal maatschappelijk domein vormt als ‘zachte portefeuille’ inmiddels de grootste post van de gemeentelijke begrotingen. Dat leidt in gemeenteraden en colleges van B&W regelmatig tot lastige discussies en scheve ogen. Daarom is het volgens Crista Vonkeman goed als we gemeenten laten zien wat sociaal werk bijdraagt aan de ‘harde’ sectoren, met name waar het de sociale openbare ruimte en gezondheid betreft.

Logisch dat de overheid moraliseert
Sociaal werk dient volgens Vonkeman zowel het belang van individuele burgers als het belang van de samenleving. Dat betekent dat de professionele autonomie relatief is en dat het logisch is dat de overheid moraliseert. Sociale rechtvaardigheid kan een sleutelbegrip zijn om een brug te slaan tussen de taal van de burger, de professie en de politiek.
‘Bij mijn afscheid als voorzitter van Verdiwel in 2013 spraken we over ‘welzijnswerk’ als flankerende voorziening, als een set instrumenten om in te zetten ten dienste van aangrenzende domeinen: onderwijs, kinderopvang, volkshuisvesting, politie en zorg. “Welzijn voorkomt zorg” en “Welzijn op recept” lijken eindelijk echt een businesscase te kunnen worden met maatschappelijke meerwaarde en effect, vooral op persoonlijk, sociaal niveau. Maar wie strijkt in financieel opzicht de winst op?’

Normatieve professionaliteit
Mede dankzij de komst van sociaal wijkteams is de focus van sociaal werk veranderd van introversief naar extraversief, van het centraal stellen van missie en visie naar de focus op waartoe, wat en hoe. Het is steeds belangrijker geworden dat sociaal werk aan gemeenten als opdrachtgevers en aan ketenpartners laat zien wat het doet. De budgetten voor zorg en welzijn waarvoor gemeenten verantwoordelijkheid dragen, zijn door de jaren heen fors uitgebreid. Ze beperken zich al lang niet meer tot afdelingen en portefeuillehouders voor welzijn, maar zijn eveneens onderdeel van beleidsterreinen als ruimte, wonen, financiën, economie en milieu.
Daarom is de tijd rijp om nu invulling te geven aan wat Vonkeman noemt ‘normatieve professionaliteit’ op basis van wetten en regels, culturele en levensbeschouwelijke tradities, deugden en attitudes van het vak en tenslotte normen en waarden van de professional als mens. In haar visie moet sociaal werk zich niet beperken tot flankeren en faciliteren, maar moeten sociaal werkers werken aan sociale rechtvaardigheid en veel meer creatief moraliseren als onmisbare partners bij transities en crisisaanpakken. Als ‘morele compasdragers’ kunnen zij invloed uitoefenen op ‘harde’ beleidsvelden in andere domeinen. ‘Sociaal werk kan kennis binnen halen en daarmee naar buiten treden. Met die nieuwe kennis kunnen sociaal werkers met anderen meedenken en samen ontwerpen bij vraagstukken rond duurzaamheid en ecologische ontwikkeling; stikstofcrisis en coronacrisis; omgevingswet en energietransitie; sociale onrechtvaardigheid en maatschappelijke tweedeling.’

Negen manieren om spraakmakend te worden
Het belangrijkste advies van Vonkeman: ‘Laat je zien als betrouwbare partner en zorg dat anderen over je spreken’. Zij presenteerde negen manieren om dat voor elkaar te krijgen:
1. Zet samen met de gemeente de wet naar je hand. Dat is immers je partner en je financier! Zoek en gebruik samen de ruimte in de regels.
2. Wees broedplaats, vrijplaats en creatief aanjager voor verandering en vernieuwing.
3. Doe een beroep op moraal en geweten, zowel bij je financiers als bij cliënten/inwoners en toon verantwoord leiderschap in buurten, ook bij incidenten.
4. Geef het goede voorbeeld: zorg voor duurzaamheid van je eigen organisatie. Klimaat, milieu en natuur zijn immers collectieve kwaliteiten, die ook sociale bescherming en interventies nodig hebben.
5. Wees de creatieve partner die inwoners wel weet te motiveren voor wat er ‘van bovenaf komt’ en voor hen onveranderbaar of niet-beïnvloedbaar lijkt.
6. Biedt concrete handvatten en alternatieve voorstellen om iets te doen aan het nivelleren van ongelijkheid en onrechtvaardigheid.
7. Geef een zwengel aan het nadenken over nieuwe bakens en initiatieven in deze tijd van snelle innovaties.
8. Ga buiten acteren: ga in de Economic Advisery Board, bemoei je met de Food Valley, wordt mede-vormgever van de Omgevingswet, bemoei je met de invloed van Bestemmingsplannen op buurten en inwoners, wordt lid van de Ledenraad van de Rabobank.
9. Laat zien door te doen, niet alleen door nieuwe plannen te presenteren, te vragen of te klagen.

Crista Vonkeman is adviseur bij Bosman & Vos. Daarvoor was ze bestuurder van de HefGroep in Rotterdam, voorzitter van Verdiwel en raadslid en wethouder in Deelgemeente Noord in Rotterdam.

Workshop “Effectief lobbyen bij je gemeente” door spindoctor Jack de Vries

Hoe gaan we actief aan de slag met verkiezings- en collegeprogramma’s van de komende gemeenteraadsverkiezingen? Hoe organiseren we onze lobby en steunzenders en maken we gebruik van de human interest factor in onze publiciteit? Hoe maak je werk van Public Affairs? Dat waren de centrale vragen waarop Jack de Vries antwoord gaf. Hij presenteerde zijn tien geboden van effectieve Public Affairs.

Meer oog voor het sociaal domein
Tevoren had Jack de Vries zijn workshop als volgt toegelicht: ‘De corona crisis heeft meer dan ooit het belang van het sociale domein op de agenda gezet. Het effect van het missen van sociale contacten raakte zowel jong als oud, gezinnen raakten in de knel met het lesgeven thuis in combinatie met thuiswerken. Behalve al die mensen die in het ziekenhuis kwamen en op de IC, die we iedere avond in het Journaal zagen, zijn er nog veel meer mensen die op een andere manier in de knel kwamen. Dat lijkt dan ook een signaal voor de politiek om meer oog te hebben voor het sociale domein. De vraag is echter of dat ook in de verkiezings- en collegeprogramma’s van de komende gemeenteraadsverkiezingen gaat terugkomen. Hoe gaan we hier actief mee aan de slag? Hoe organiseren we onze lobby en steunzenders? En hoe maken we gebruik van de human interest factor in onze publiciteit? Op deze vragen en wie je nu precies waarvoor moet benaderen ga ik in tijdens de bijeenkomst op 16 september. Niet alleen vanuit mijn Haagse achtergrond, maar ook vanuit mijn historie in de gemeenteraad.’ De Vries was staatssecretaris van Defensie in kabinet Balkenende IV en van 1990 tot 1994 was hij lid van Deelraad Oud-West in Amsterdam. Hij was twintig jaar politiek actief en inmiddels werkt hij al weer tien jaar in het bedrijfsleven.

Blik op de samenleving
Kenmerkend voor nu is dat we leven in een mediacratie: we worden volgens De Vries vooral geregeerd door degenen die via de media de publieke opinie beïnvloeden. Wie hoort dat iemand een medicijn nodig heeft dat jaarlijks twee ton kost, zal dat in veel gevallen te duur vinden. Als een huilende moeder op televisie vertelt dat zo’n duur medicijn de enige oplossing is voor haar kind, dan zal er veel meer draagvlak voor dat dure medicijn ontstaan. In de media is human interest vaak een doorslaggevende factor.
Vanaf de jaren vijftig tot in de jaren zeventig was Nederland een verzuilde samenleving, waarin de kerk veel macht en gezag had. In de jaren zeventig gold dat voor de overheid en volgens De Vries geldt dat nu voor de markt. De kerk zit in het verdomhoekje en dat geldt eigenlijk ook voor de overheid. Die heeft nog wel veel macht, maar het vertrouwen in de politiek is duidelijk lager dan voorheen. Ook is de binding van burgers met politieke partijen verminderd. Kiezers wisselen vaker in hun voorkeur voor een politieke partij. Er is sprake van een vertrouwenscrisis die verder wordt aangewakkerd door populistische partijen. We kijken meer naar personen dan naar merken of instituties en influencers zijn steeds belangrijker geworden. Zo is Arie Boomsma het gezicht geworden voor het Recyclingprogramma van luiers van Pampers. Het vertrouwen in een persoon die staat voor een merk of organisatie, is steeds doorslaggevender geworden. Het politieke landschap kenmerkt zich door steeds meer versplintering en is steeds onoverzichtelijker geworden. Tegelijkertijd is het sociaal domein de afgelopen jaren steeds verder uitgebreid, zie hieronder.

Wijzend op deze slide over het sociaal domein vraagt De Vries: ‘Hebben jullie verstand van al die onderdelen van het sociaal domein? Welke zijn het belangrijkst? Alles wat met preventie te maken heeft?’
‘Veel kinderen en jongeren komen in de jeugdzorg terecht terwijl dat niet nodig is,’ antwoordt Hanneke Jacobs van Farent. ‘Daar kan ik me over opwinden. Veel van die kinderen en hun ouders kunnen wij vanuit het sociaal werk goed helpen.’ Een deel van de vragen en problemen hoort bij het dagelijks leven en die moet je als zodanig accepteren. ‘Daar gaat het om “normaliseren”, om te leren om te gaan met problemen die bij het dagelijks leven horen,’ vult Marco van Westerlaak van Welzijn West Betuwe aan. Waarop De Vries zegt dat het kabinet in 2022 via de gemeenten ‚¬ 1,3 miljard extra investeert in de jeugdzorg. Dit bedrag komt bovenop de eerder toegezegde ‚¬ 300 miljoen voor dat jaar. En in die ‚¬ 1,3 miljard is meegenomen dat gemeenten maatregelen treffen die in 2022 een besparing van ‚¬ 214 miljoen op de jeugdzorguitgaven moeten opleveren. Dit alles hebben het kabinet en de VNG met elkaar afgesproken naar aanleiding van het oordeel van de Commissie van Wijzen.

Verschil maken via Public affairs
Toch is De Vries ervan overtuigd dat organisaties voor sociaal werk via public affairs verschil kunnen maken. Public affairs definieert hij als ‘de relatie van een organisatie met beleidsmakers met het doel het klimaat dusdanig te beïnvloeden dat er positieve beslissingen worden genomen.’ Public affairs omvat meer dan alleen relaties met de gemeente. Het gaat ook om ‘mediarelaties, issue-stakeholder management, maatschappelijke verantwoordelijkheid en strategische communicatie’.
Daarmee kun je drie doelen bereiken:
– het zekerstellen van een wenselijk beslisklimaat;
– het bouwen van de juiste relaties en contacten;
– het vergroten van financieringsmogelijkheden.

De tien geboden van effectieve Public Affairs
Gij zult weten wat er speelt.
Je moet goed geïnformeerd zijn, feiten paraat hebben. Zeker in contacten met raadsleden, die veel vrije tijd in hun werk steken. Verkeerde beeldvorming bestrijd je het best met feiten.

Gij hebt uw netwerk op orde.
Als je met veel stakeholders te maken hebt, is het goed om voor jezelf inzichtelijk te maken welke stakeholders weinig en welke veel macht en invloed hebben en welke stakeholdes weinig en welke veel belang hebben bij een goede relatie en samenwerking met jou. Steek dan de meeste energie in degenen met veel macht en invloed en die veel belang bij samenwerking met jou kunnen hebben. Je moet ook goed weten met welk thema je het best bij wie terecht kunt. Tweedeling in de samenleving en sociale cohesie zijn onderwerpen die linkse partijen belangrijk vinden, rechtse partijen vinden de markt een belangrijk thema.

Gij weet ook wie binnen uw organisatie wie kent en stemt dat met elkaar af.
Verschillende medewerkers kunnen verschillende contacten bij de gemeente of bij ketenpartners hebben. Profiteer van bestaande contacten en kijk waar die nog gelegd moeten worden.

Gij beseft dat u in de Gemeenteraad twee stations te laat bent.
Begin op tijd en begin bij de ambtenaren. Zij schrijven de voorstellen. Raadsleden zitten verder in het proces van besluitvorming en wethouders nog later.

Gij formuleert uw boodschap in de drieslag Relevantie, Belofte, Bewijs (het juiste frame).
– Wat is het issue of wat is de misvatting waarop je reageert?
– Gaat het in jouw boodschap om nieuws? Een probleem en zo ja voor wie? Een paradox? Human interest?
– Maak duidelijk wat de relevantie van je boodschap is. Waarom is dit een probleem? Met welke feiten of analyse kun je je boodschap onderbouwen? Waarom zou men geïnteresseerd moeten zijn?
– Wat is je belofte? Hoe ga je het probleem oplossen?
– Welke facts and figures heb je als bewijs?
– Hoe ziet je communicatieaanpak eruit? Breng je verhaal met overtuigingskracht. Speeches met drie punten worden het best onthouden.

Gij poogt zelf al draagvlak voor uw boodschap te realiseren.
Daadkracht door draagvlak: vorm een coalition of the willing om zoveel mogelijk impact te realiseren.

Gij draagt geen problemen aan, maar oplossingen.
Zorg dat je het proces kent, dat je de beslissers kent en dat je vroeg in het proces actief wordt. Verplaats je in de rol van ambtenaren, raadsleden en wethouders: zij willen problemen oplossen. Welke denk je? Probeer te denken zoals zij doen. Help hen problemen op te lossen. Bereid jezelf goed voor op je lobby activiteiten en volg een coherente strategie.

Gij weet te prioriteren.
Wie niet kiest, verliest! Maak keuzes, houd je boodschap kort en krachtig, want veel tijd om te lezen hebben ambtenaren, raadsleden en wethouders niet.
Gij werkt aan uw eigen reputatie, geloofwaardigheid en steunzenders.
Maak onderscheid tussen beslissers, influencers, herriemakers en publiek en kijk wie dat zijn en hoe je deze het best van deze vier doelgroepen gebruik kunt maken. Als een bestuurder van een woningcooperatie goed uit kan leggen waarom sociaal werk zo belangrijk is, maak daar dan gebruik van! Wethouders laten deelnemen aan activiteiten waarbij veel vrijwilligers zijn betrokken, dat werkt ook goed.

Gij werkt strategisch en geïntegreerd.
Zorg dat je Public Affairs, Public Relations en stakeholdersmanagement elkaar versterken. Je kernboodschap moet kort en krachtig zijn, ideaal is het als je medewerkers zich als ambassadeurs van de organisatie manifesteren.

Jack de Vries is adviseur bij “Hill+Knowlton Strategies”. Daar is ‘effectieve lobby’ zijn specialiteit. Daarvoor was hij staatssecretaris van Defensie, persoonlijk politiek adviseur van Jan Peter Balkenende en campagneleider voor het CDA.

Workshop “Effectief inzetten sociale media in communicatie met gemeente” door Christiaan Verschoor

‘Bij Stichting Netwerk richten wij ons met de inzet van sociale media niet alleen op de doelgroep, maar ook op de stakeholders,’ zegt manager wijkwerk Christiaan Verschoor. ‘Door middel van verhaallijnen en posts kunnen we de kijker direct meenemen in de leefwereld van de doelgroep. Zo kun je met toestemming van de jongeren de wethouder of gemeenteraadsleden mee laten kijken terwijl je in je ambulante ronde aan het werk bent. Ze zien die interactie. Hierbij kunnen zowel professionals als mensen uit de doelgroep aan het woord komen. Zo betrek je de kijker direct bij de werkwijze van de sociaal werker. Het maken van “digitale vrienden” zowel binnen de doelgroep als bijvoorbeeld in het gemeentehuis, maakt deze werkwijze leuk en effectief!’

Jongeren bereiken in digitale straten
Hoorn is een stad in de kop van Noord-Holland met ongeveer 70.000 inwoners waar ook grootstedelijke problematiek is. ‘We hebben een leuk en divers jongerenwerkersteam,’ vertelt Verschoor. ‘We hebben voor jongerenwerkers een cursus georganiseerd over hoe je sociale media kunt gebruiken in het jongerenwerk. Er ging een wereld voor ons open!’
“0229jongeren” heten de Facebookpagina (https://www.facebook.com/pg/0229jongeren/posts/ ) en de Instagrampagina (https://www.instagram.com/0229jongeren/) van het jongerenwerk van Netwerk. ‘0229 is het netnummer van Hoorn waarmee jongeren zich afficheren,’ legt Verschoor uit. ‘zoals jongeren en voetbalsupporters in Amsterdam zich afficheren met 020 en in Rotterdam met 010. Jongerenwerkers werken ambulant in de wijken, maar via sociale media bereiken zij jongeren ook in digitale straten. Dat is effectief, omdat jongeren dagelijks uren online zijn.’

Etaleren en positioneren van jongerenwerk
‘Voorheen nodigden we af en toe de wethouder of enkele gemeenteraadsleden uit voor een rondje door de wijk,’ vertelt Verschoor. ‘Nu gaat dat rondje 24 uur per dag door. Een aantal raadsleden volgt ons jongerenwerk. Ze zien wat er gebeurt, het straathoekwerk komt goed in beeld. Raadsleden zien hoe de interactie van jongererenwerkers met jongeren verloopt. Dat werkt uitstekend, want de kracht van het jongerenwerk zit in de interactie met jongeren. Je etaleert en positioneert het jongerenwerk terwijl je gewoon je werk doet!’ Niet de jongeren, maar de jongerenwerkers hebben de inloggegevens en daarmee de regie over 0229jongerenwerk. Zij fungeren dus als redactie.
Stichting Netwerk heeft ook een facebook pagina, evenals het kinderwerk van Netwerk voor Huttendorp Hoorn. ‘Met die pagina’s laten we vooral zien wat we doen,’ verduidelijkt Verschoor. ‘Daar is geen interactie, zoals op 0229jongerenwerk.’

Christiaan Verschoor is manager wijkwerk bij Stichting Netwerk in Hoorn.

Workshop “Laat je niet framen, frame zelf!” door Hans de Bruijn en Rosetta Drenth

Framing heeft alles te maken met beeldvorming. ‘Als de beeldvorming over jouw organisatie goed is, is dat fijn,’ licht De Bruijn toe. ‘Als die slecht is, is dat niet fijn. Als je organisatie goed functioneert maar de beeldvorming is slecht, dan is dat helemaal erg.’ De Bruijn vergelijkt framing met foto’s maken. Als je een foto maakt van een groepje lachende toehoorders van een symposium, kun je die foto goed plaatsen in een nieuwsbericht waarin je schrijft dat het publiek geanimeerd was. Als je op hetzelfde moment een foto zou nemen van iemand die gaapt en daarnaast iemand die op zijn mobiel kijkt, kun je over dat zelfde symposium schrijven dat het publiek niet geboeid was door de inleider. Framing heeft dus altijd te maken met een keuze maken en met beeldvorming. Het eerste kenmerk van framing is wat De Bruijn ‘over interpretatie’ noemt.

Een goed frame wint het van een genuanceerd verhaal
Tweede kenmerk van framing is dat het altijd met taal te maken heeft. Taal is altijd gekleurd, nooit objectief. In de VS wonen ongeveer 11 miljoen mensen zonder papieren, die door de Republikeinen worden aangeduid als ‘illegal immigrants’, terwijl de Democraten hen als ‘undocumented workers’ betitelen. In Nederland lijkt vooral de VVD goed te zijn in framing. Bijvoorbeeld door in discussies over ontwikkelingssamenwerking te zeggen: ‘Arme mensen moet je geen vissen geven, maar een hengel, zodat ze zelf kunnen vissen.’ Ander voorbeeld is dat VVD’ers vaak zeggen dat uitkeringen en subsidies de marktwerking verstoren.
Goede frames voldoen aan een aantal voorwaarden:
1. Een goed frame bekt lekker en blijft hangen, bijvoorbeeld over geld voor ontwikkelingssamenwerking: ‘In dat soort landen blijft altijd geld aan verkeerde strijkstokken hangen’.
2. Met een goed frame zijn veel mensen het intuïtief eens. Een goed voorbeeld is: ‘Vandalen moeten betalen’.
3. Een goed frame verspreidt zich snel.
4. Een goed frame wint het van een genuanceerd verhaal. Toen in 2013 de Tweede Coentunnel werd geopend, gebeurden daar veel meer ongelukken dan in de oude Coentunnel. In de Tweede Kamer sprak een parlementariër van ‘de tunnel des doods’. Zo’n frame wint het van genuanceerde onderzoeken.

Ontkenning kan als bevestiging gaan werken
Hoe reageer je als iemand je op je kernwaarde aanvalt? Als iemand bijvoorbeeld zegt: ‘Juristen en economen kunnen geen tunnels bouwen’. Discussies over expertise ‘blijven niet hangen’, betoogt De Bruijn. Als je als bestuurder in het sociaal domein zegt ‘het sociaal domein wordt niet slecht bestuurd’, blijft er iets hangen van ‘slecht besturen’. Als een minister van Buitenlandse Zaken in de VS zegt: ‘Dit is geen Saigon’ gebeurt hetzelfde. De ontkenning kan als bevestiging gaan werken. ‘Stap niet in dat frame. Maar reframe!’ adviseert De Bruijn. Volgens hem is minister president Rutte daar erg goed in. ‘Hij kreeg het verwijt dat hij problemen van mensen aan de onderkant weglacht: U bent de weglach premier! Rutte ontkende dat en zei: Ik ben ongelooflijk optimistisch. Ik ben een beetje klaar met al dat pessimisme. Ik zie zoveel energie in Nederland!’
De Bruijn presenteert onderstaand model in een driehoek:

Als je tegenstander jou op een van deze punten aanvalt en framet, dan kun je refraimen vanuit een andere punt van deze driehoek. Toen Theresa Maij tijdens de verkiezingscampagne van 2020 door Jeremy Corbyn op haar beleid werd aangevallen, maakte zij het persoonlijk: ‘Jeremy Corbyn kan een protestbeweging leiden, ik leid een land!’
Op grond van feiten kun je aantonen dat er geen extra wegen nodig zijn als je rekeningrijden invoert. Als je probeert aan te tonen dat die feiten niet kloppen, maakt dat minder indruk dan wanneer je gaat reframen. Dat kun je doen door te zeggen: ‘Niet iedereen kan thuis werken. Die mensen kunnen niet anders dan met de auto naar hun werk gaan. Die staan dagelijks in de file. En dan wil jij dat ze ook nog eens extra gaan betalen! Over mijn lijk. Daar ga ik nooit mee akkoord.’
Na de presentatie oefenden deelnemers zich met actrice Rosette Drenth in het reframen. Daarbij kregen zij tips van deelnemers en van De Bruijn.

Hans de Bruijn is hoogleraar bestuurskunde aan de Technische Universiteit Delft. Rosetta Drenth is actrice.

De voordelen van Verdiwel

Waarom lid worden

  • Kennis
  • Ervaring
  • Intervisie
  • Expertise
  • Versterking van de kwaliteit van besturen in het sociaal werk
Meer informatie